Elf paar ogen, geen mot blijft ongezien
In de glastuinbouw is er een levendige populatie vliegende insecten die al dan niet als een bedreiging voor de gewassen worden beschouwd. Als bedrijf met een achtergrond in luchtgedragen technologie was er aanvankelijk veel te leren over de luchtgedragen biologie in de kas. In de afgelopen zes jaar is er aanzienlijke vooruitgang geboekt op dit gebied. We blijven echter openstaan voor mogelijkheden om meer te leren over specifieke plagen en bij te dragen aan de kennis over deze insecten binnen de sector.
Een voorbeeld hiervan is deelname aan het PPP-project "Masterplan Rupsenbestrijding". Dit project richt zich op het vinden van een geïntegreerde, biologische bestrijdingsstrategie voor de tomatenrups ( Chrysodeixis chalcites ) en de paprikamot ( Duponchelia fovealis ). Deze plagen zijn echte plaaggeesten in bijvoorbeeld de gerbera- en paprikateelt.
Onze bijdrage aan dit project bestaat uit het monitoren van volwassen motten en het verkrijgen van inzicht in het gedrag en de voorkeuren, met name van de tomatenrups. Waar bevinden ze zich het liefst in de kas? Hoe en waar komen ze binnen? En is er een bepaalde cultivar die ze aantrekkelijker vinden?
Daarnaast meten we ook de ontwikkeling van populaties en generaties op basis van vliegactiviteit. Op basis van onze ervaringen tot nu toe verwachten we dat we in staat zullen zijn om

PATS-C installatie bij Oudijk Gerbera
een eerste voorspellend model realiseren. Hiermee verwachten we een indicatie te kunnen geven wanneer de eerste motteneieren gelegd worden en wanneer de larven uitkomen. Dit maakt een nauwkeurigere timing van biologische interventies mogelijk, wat essentieel is voor een succesvolle strategie.
Voor dit project zijn we medio 2023 gestart met de installatie van 22 PATS-C-systemen bij twee gerberakwekers: Oudijk Gerbera in Moerkapelle en LG Flowers in Pijnacker, beide gevestigd in Nederland. Elk bedrijf beschikt over elf systemen. Dit levert ons een uitgebreide monitoring op van ongeveer één hectare (10.000 m²) per locatie. Van deze elf systemen zijn er negen verspreid over de kas geplaatst, één in de nok om de motteninstroom te meten en één aan de andere kant van de gevel om de buitensituatie te monitoren. Dit geeft ons een compleet overzicht van wat er zowel binnen als buiten de kas gebeurt.

De eerste resultaten laten zien dat motten een voorkeursplek in de kas hebben. Om de exacte reden hiervoor te achterhalen, doen we verder onderzoek. Mogelijk heeft dit te maken met een temperatuurverschil tussen de noord- en zuidzijde, een verschillende aantrekkelijkheid van cultivars, of botsingen met de gevel, wat leidt tot verhoogde aantallen in de PATS-C-systemen.
PATS-C systeem bij LG Flowers
Tot mei 2025 blijven de PATS-C-systemen de vluchtpatronen van motten monitoren. Tijdens en na deze periode worden alle gegevens geanalyseerd, wat hopelijk veel nieuwe inzichten oplevert in het gedrag van deze twee plagen. Het doel is om de inzet van biologische gewasbescherming beter af te stemmen op de geïntegreerde bestrijding van deze plagen.
Het project wordt gefinancierd door Kennis in je Kas. We werken in dit project samen met Wageningen Plant Research, de Coöperaties Gerbera, Paprika en Orchideeën, Glastuinbouw Nederland, Andermatt, diverse telers en teelt- en gewasbeschermingsadviseurs.
